De processorwereld is er één van voortdurende beweging, waarbij gevestigde waarden soms verrassende keuzes maken en nieuwe spelers onverwacht uit de hoek komen. Waar we enkele jaren geleden nog debatteerden over de strategische beslissingen van Intel rondom hun negende generatie, zien we vandaag hoe Chinese fabrikanten de technologie van concurrent AMD gebruiken om diezelfde marktleiders uit te dagen.
Gemengde gevoelens bij een gaming-gigant
Wanneer we terugkijken naar de lancering van de Intel Core i7-9700K, blijft het een verhaal met twee gezichten. Het was destijds een opvallende verschijning: een achtkernige processor die menig gamerhart sneller deed slaan, maar waarbij het verlies van hyperthreading toch voor gefronsde wenkbrauwen zorgde. Het voelde voor velen als een stap terug ten opzichte van de i9-serie, die eigenlijk bood wat men van deze i7 had verwacht. Ondanks die kritische noot was de 9700K inhoudelijk een bijzonder solide product, zeker voor wie puur focuste op gaming prestaties.
De kracht van deze chip zat hem voornamelijk in de bijzonder rappe single-core prestaties. Met acht fysieke cores was de processor meer dan capabel om alle games van zijn generatie — en zelfs die van de jaren erna — vlot te draaien. Bovendien bleek de soldeerverbinding onder de heatspreader (IHS) een zegen voor overklokkers. De temperatuur bleef onder zware belasting keurig binnen de perken, en snelheden van 5,0 tot 5,1 GHz waren geen uitzondering voor wie een beetje handig was met voltages.
De concurrentiestrijd van weleer
Toch was het niet enkel rozengeur en maneschijn. In multi-threaded applicaties moest de i7-9700K destijds de duimen leggen voor de Ryzen 7-reeks van AMD, waardoor het voor creatieve professionals niet altijd de meest logische aankoop was. Ook de prijsstelling zorgde voor discussie; de straatprijzen lagen bij lancering vaak te hoog om de chip als een ‘koopje’ te bestempelen. Pas wanneer de prijzen zakten richting de adviesprijs, werd het een uitstekende keuze, zeker als alternatief voor de veel duurdere i9-9900K. Voor puur gaming was het verschil met die grote broer immers verwaarloosbaar.
Een nieuwe uitdager uit het Oosten
Terwijl die strijd tussen Intel en AMD zich in het Westen verder ontwikkelde, heeft de Chinese chipmarkt niet stilgestaan. Recent lanceerde Thunderobot de ‘Black Warrior Hunter Pro’, de eerste gaming-pc die wordt aangedreven door een processor van eigen bodem: de Hygon C86-4G. Wat deze chip bijzonder maakt, is dat hij prestaties neerzet die aardig in de buurt komen van Intel’s 13de generatie Raptor Lake modellen. Het lijkt erop dat het slechts een kwestie van tijd is vooraleer Chinese fabrikanten echt competitieve chips op de wereldmarkt brengen.
De specificaties van de Hygon C86-4G liegen er niet om. Met 16 cores, 32 threads en 32MB L3-cache klinkt de architectuur verdacht bekend. Dit is niet toevallig; Hygon heeft via een joint venture toegang tot de Zen-architectuur van AMD. Hoewel de officiële routekaart spreekt van een “nieuwe, zelfontwikkelde microarchitectuur”, wijzen alle pijlen op een implementatie van het Zen-ontwerp. Wel is er een duidelijke moderniseringsslag gemaakt: in tegenstelling tot de originele Zen-chips ondersteunt de C86-4G moderne standaarden zoals DDR5-geheugen en PCIe 5.0.
Prestaties: een tweestrijd
Als we de benchmarks erbij nemen, zien we een interessant, doch verdeeld beeld. De kloksnelheid van 2,8 GHz ligt een stuk lager dan wat we gewend zijn van moderne westerse chips, en dat laat zich voelen. In single-threaded taken kan de Hygon niet tippen aan het geweld van Intel; hij presteert hier tot wel 33% minder efficiënt dan een Core i7-12700. Voor taken die leunen op pure kloksnelheid per kern, hebben Intel en AMD dus nog een ruime voorsprong.
Het verhaal verandert echter compleet wanneer we kijken naar multi-threaded prestaties. Hier toont de C86-4G zijn spierballen door in integer-benchmarks tot 22% beter te scoren dan de Core i7-13700. Meer nog, hij hijgt zelfs de Core i7-14700 in de nek en weet deze in bepaalde scenario’s zelfs met 4% te overtreffen.
Onafhankelijkheid op het x86-platform
Het meest cruciale aspect van deze ontwikkeling is misschien wel de compatibiliteit. De C86-4G is een x86-processor, wat betekent dat hij probleemloos Windows en de bijbehorende applicaties en games draait. Dit in tegenstelling tot andere Chinese initiatieven die vaak gebaseerd zijn op Arm of RISC-V architecturen en afhankelijk zijn van vertragende vertaallagen. Voor China is dit een enorme stap voorwaarts: een bruikbare, krachtige chip voor zowel gaming als productiviteit, zonder de compatibiliteitsproblemen van weleer.